Effect of production system, alternative treatments and calf rearing system on udder health in organic dairy cows

Jan-Paul Wagenaar, P. Klocke, G. Butler, G. Smolders, J.H. Nielsen, A. Canever, C. Leifert. 2011. Effect of production system, alternative treatments and calf rearing system on udder health in organic dairy cows. NJAS - Wageningen Journal of Life Sciences. 58. 2011
Pagina's / pages: 6
Taal/language: Engels
Abstract / summary in English:

In the last decade the main goals of organic dairying have been to attain acceptable levels of milk production, increase opportunities for animals to perform species own behaviour, resulting in improved animal welfare and animal health and minimize the use of therapeutic interventions, including the reduction of the (preventive) use of antibiotics. Maintaining animal health without the use of therapeutic interventions is a major challenge for organic dairy farmers. In particular, udder health remains a major problem in both conventional and organic farming. In the QualityLowInputFood (QLIF) project udder health status and management were assessed in different production systems and European regions. These studies suggest that good udder health can be maintained in organic or low-input farming management systems. Novel strategies to control mastitis were evaluated and the potential of using internal teat sealers for the control of environment-associated pathogens was shown. Also oral application of a herd profile based single homeopathic remedy combined with homeopathic silica had a significant effect on cows with a relative low somatic cell counts before drying-off. Suckling systems in calf rearing, as an integrated management approach, did not result in better udder health. None of the studies presented identified new variables affecting udder health. QLIF studies also demonstrated the importance of comparing udder health parameters in contrasting organic, low input and conventional production systems, since clear differences in antibiotic use against mastitis could be identified not only between organic and conventional systems, but also among dairy systems used in different EU-countries. Although alternative treatments used in organic systems could not be shown to be fully effective, results suggest that the use of individual or combined alternative strategies to improve udder health on organic or low-input farms warrants further investigation. Based on the results obtained it is recommended that future research should focus on identifying the reasons for variability in udder health between organic farms that use different management protocols to identify \'best current practice\' when carrying out this research.

Keywords in English: Organic dairy production, udder health alternative treatments, management strategies, extension
Tweede taal / secondary language Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

In de afgelopen tien jaar waren de belangrijkste doelen van biologische melkveesector het bereiken van acceptabele melkopbrengsten en het stimuleren van mogelijkheden voor dieren om dier eigengedrag te kunnen vertonen, welke hebben geresulteerd in een verbeterd dierenwelzijn en gezondheid en een geminimaliseerd gebruik van therapeutische interventies, inclusief een afname in het gebruik van (preventieve) antibiotica. Het houden van gezonde dieren zonder therapeutische interventies vormt een enorme uitdaging voor biologische melkveehouders. Vooral uiergezondheid blijft een groot probleem bij zowel gangbare als biologische boeren. Bij het QualityLowInputFood (QLIF) project zijn uiergezondheid status en management getoetst bij verschillende productie-systemen binnen Europa. De studies geven aan dat een goede uiergezondheid een haalbaar streven is binnen de biologische en low-input melkveehouderij. Nieuwe strategieën voor mastitis controle hebben na evaluatie aangetoond dat het gebruik van interne speen afsluiters ter controle van omgeving gerelateerde ziekte verwekkers veel potentie bieden. Ook orale toediening bij een kudde profiel op basis van een homeopathisch middel in combinatie met homeopathische silica had een significant effect op de koeien met een relatief laag celgetal voor het droogzetten. Zoogsystemen in de kalver opfok, als geïntegreerde management aanpak, resulteerden niet in een betere uiergezondheid. Geen van de gepresenteerde studies hebben nieuwe variabelen kunnen aantonen die van invloed zijn op uiergezondheid. QLIF studies toonden ook het belang van vergelijkende studies waarbij uiergezondheid parameters vergeleken worden tussen biologische, low-imput en gangbare melkveehouderij systemen, omdat er duidelijke verschillen zijn in antibiotica gebruik ter voorkoming van mastitis, niet alleen tussen biologische en gangbare systemen maar ook bij melkveehouderijsystemen in verschillende EU-landen. Ondanks het feit dat alternatieve geneeswijzen bij biologische systemen niet voor de volle honderd procent effectief zijn, wordt wel aanbevolen om het gebruik van individuele of gecombineerde alternatieve strategieën ten behoeve van uiergezondheid toe te blijven passen en onderzoek vervolgen bij biologische en low-imput bedrijven. Op basis van de verkregen resultaten wordt aanbevolen dat de toekomstige focus van onderzoeken komt te liggen op de identificatie van de verschillende redenen van veranderlijkheid van uiergezondheid bij biologische bedrijven die verschillende management protocollen hanteren, om zo de meest geschikte actuele methoden te identificeren.

Trefwoorden in Nederlands: biologische melkveehouderij, alternatieve behandeling bij uiergezondheid, management strategieën, voorlichting