Meer aandacht voor eten en drinken in de zorg met het Groeilemniscaat

Binnen drie maanden heeft een zorginstelling meer aandacht voor eten en drinken als het Groeilemniscaat wordt toegepast, blijkt uit onderzoek van het Louis Bolk Instituut. Het Groeilemniscaat is een methode van Stichting Eten+Welzijn om medewerkers in de zorg te begeleiden naar groene langdurige zorg. Zorgmedewerkers werken met op maat gesneden, direct toepasbare oplossingen en behandelen stap voor stap praktijkproblemen. Zo leert het zorgteam samen en neemt het samen besluiten.

Eten en drinken is één van de kwaliteitsindicatoren voor basisveiligheid waaraan de langdurige zorg moet voldoen. Iedere dag dient hier aandacht voor te zijn, maar in de praktijk blijkt dit vaak anders. “De bottleneck is dat een zorgprofessional wat eten en drinken betreft met verschillende, soms conflicterende perspectieven rekening moet houden”, vertelt Rudi Crabbé, initiatiefnemer van Stichting Eten+Welzijn. “Het moet gezond, duurzaam, veilig, lekker en betaalbaar zijn. In de ouderenzorg is de reactie vaak: ‘we gaan onze bewoners toch niet vermoeien met gezonde en duurzame voeding?’. Maar als iemand overdag wit brood eet en vervolgens de nacht met darmkrampen doorbrengt, hoe draagt dat bij aan het welzijn? Met het Groeilemniscaat kun je balans zoeken tussen de wensen van de individuele bewoner en de professionele verantwoordelijkheid.” 

De basis van de methode is dat informatie wordt opgehaald uit het gesprek tussen een zorgverlener en cliënt. Van hieruit worden zorgverleners zich bewust van het thema en de invloed van teamleden hierop. “De methodiek is gebaseerd op team-based leren”, vertelt Crabbé. “Gebruikers krijgen kennis door het individueel testen en samenwerken in een groep. Het lemniscaat moet wel continu worden doorlopen. Zo worden veranderingen doorleefd, geïmplementeerd en geborgd.”

Onderzoek

Om de implementatie van het Groeilemniscaat in de ouderenzorg te evalueren, startte Stichting Eten+Welzijn in opdracht van Zorginstituut Nederland in 2021 een pilotproject. Het Louis Bolk Instituut voerde een evaluatieonderzoek uit op basis van drie thema´s, namelijk verspilling & cliënt, smaak & cliënt en gezonde voeding & cliënt. De pilot liep in drie verschillende zorgorganisaties in de verpleeghuiszorg. 

Uit de mondelinge evaluaties en metingen blijkt dat de mate van implementatie van het Groeilemniscaat sterk afhangt van het functioneren van het team en de steun die uit de organisatie wordt ervaren. Als het team niet goed functioneert, is er weinig ruimte om bezig te zijn met het Groeilemniscaat. Als het team wel goed functioneert, maar geen steun ervaart vanuit de organisatie, wordt de implementatie van het Groeilemniscaat belemmerd. Idealiter zou dus een team goed moeten functioneren en voldoende steun ervaren van de organisatie. 

‘Toepasbaar op korte termijn’

De metingen laten zien dat het Groeilemniscaat toepasbaar is op korte termijn in de ouderenzorg, vertelt Gerda Pot, voedingskundige en onderzoeker bij Louis Bolk Instituut. “Na ongeveer drie maanden was er een positieve verandering te zien in de aandacht voor de onderwerpen gezondheid en duurzaamheid. Maar voor een structurele verandering in de zorg zou het Groeilemniscaat - als een langdurig proces - herhaald moeten blijven worden.” 

“Voor iedere zorginstelling die het Groeilemniscaat wil implementeren, is het aan te bevelen om voldoende tijd en middelen beschikbaar te hebben. Dit helpt de medewerkers de methode langdurig te volgen”, licht Pot toe. “Ook goede communicatie en samenwerking zijn nodig om de methode te laten slagen. En misschien wel het allerbelangrijkste is om op het netvlies te houden dat deze methode uiteindelijk voor de cliënt of bewoner is ontwikkeld.”

Belang van gezonde en duurzame voeding in de ouderenzorg

Zorginstituut Nederland investeerde in het onderzoek om duurzame zorg onder de aandacht te brengen, vertelt Hans Ossebaard, adviseur duurzame innovatie. “Signaleren en agenderen is onderdeel van OWIZ, bijvoorbeeld binnen ´passende zorg´. De zorg koopt jaarlijks voor meer dan 1 miljard euro eten en drinken in. Hierdoor heeft de zorg de kans om een belangrijke bijdrage te leveren aan de voedseltransitie waarbij, binnen regionale voedselketens, de economie, gezondheid en duurzaamheid samen komen. Deze methode is een manier om duurzaamheid als keuzefactor mee te nemen. Door dergelijke methoden ook echt te laten onderzoeken, wordt bovendien de kennisinfrastructuur versterkt.”

De onderzoekers van het Louis Bolk Instituut bevelen het Zorginstituut Nederland zelfs aan om duurzaamheid mee te nemen als dimensie van passende zorg. Ossebaard: “Dit zou mogelijk werkelijkheid kunnen worden. Als maatschappij moeten we ons allemaal inzetten om de afgesproken klimaatdoelstellingen te behalen. Tot nu toe loopt de zorg daarin nog wat achter, terwijl de milieu-impact van de sector groot is. Duurzaamheid als dimensie opnemen, helpt de zorg er aan te gaan werken.”

Download het rapport hier


Contactpersoon Louis Bolk Instituut:
Gerda Pot

Geplaatst op:
16-11-2021